Gisterenavond zat ik met mijn vriend Sébastien Conard op café, alwaar hij mij een exemplaar van zijn nieuwe strip “Dirk gaat op vakantie” overhandigde. Al lachend zei ik dat ik die in de nabije toekomst zou recenseren. “Ah ja.” Zei Seb. Wederom monkelend zei ik dat ik dan wel bloedeerlijk zou zijn. “Geen probleem”, zei Seb, als het al niet: “Ik verwacht niet anders” was.
Sommige mensen, mensen die “kottekes” verwachten in strips en daar doorgaans ook in denken, zullen zich afvragen of dit boek wel een strip is. Buiten het feit dat er geen strak omlijnde kadertjes in dit boek voorkomen gaat het hier weldegelijk om een symbiose tussen tekst en beeld en wordt alles op sequentiële wijze aangeboden. Yes, het is een strip!
Oei, ook tekstballonnen ontbreken. Als personages het woord tot elkaar richten, dan doen ze dat in kadertjes die, per personage, een eigen kleur gekregen hebben. Geen nood: dat draagt bij aan die symbiose tussen beeld en tekst waar ik het net over had.
Ondertussen weet de oplettende lezer reeds dat dit geen gewone strip is. (en heeft de helft al afgehaakt om nog maar eens te masturberen met een strip van Storm in de hand, die waarin Roodhaar vrijwel de hele tijd naakt rondloopt.)
In “Dirk gaat op vakantie” trekt Conard het geëxperimenteer van in zijn debuut “Iedereen op zoek” consequent door.
Het verhaal van het boek draait om twee personages die door de scheuren in het plaveisel van de moderne maatschappij vallen en hun uiteindelijke ontmoeting. De in de titel vernoemde Dirk is een kantoorpik die zwelgt in eenzaamheid en de onpersoonlijkheid van de wereld rondom hem. Hijzelf moet bijgevolg niet echt onderdoen qua onpersoonlijk gedrag, maar dat hij daaronder leidt pleit in zijn voordeel. Zijn naamloze tegenspeler is een zwarte vluchteling die duidelijk niet kan aarden in ons Wilde Westen.
Verder kan ik niet veel kwijt over dat verhaal. Niet omdat er niet veel verhaal in de strip zit maar omdat dit boek eerder een zintuiglijke ervaring bevat dan een lineaire, chronologische plot.
Het begin van het boek is nog te behapstukken in gebruikelijke leesmodus. We gaan Dirk en de vluchteling in hun neerwaartse spiraal achterna. Zoals gezegd doet Conard niet aan vakjes en tekstballonnen en dergelijke meer. Zijn personages acteren tegen gestileerde en soms grotendeels symbolische decors, die evenveel een personage in de strip zijn als de protagonisten, of er op zijn minst zwaar mee samenhangen.
De decors zijn bezaaid met hints over het gevoelsleven of de verborgen gedachten van Dirk of zijn zwarte medemens. De lezer ervaart een soort van impressionistische schets van hoe die twee de wereld zien.
Neen, dit zal geen bestseller worden, maar over 30 jaar zal een mainstream auteur deze techniek incorporeren en zullen de populaire bladen gewag maken van “vernieuwing”. Niet dat Conard het allemaal zelf bedacht heeft. Hij is ook maar een spons die invloeden opzuigt en er zijn eigen brij van brouwt. Edoch: ze smaakt, die brij.
Over die beelden krijgen we ook nog een monoloog van Dirk. Veel laagjes in dit boek. En dit laagje is er soms eentje teveel. De teksten die Dirk laat malen door zijn hoofd zijn soms iets té literair bedoeld naar mijn smaak. Dat smaken subjectief zijn weten we al lang, maar ik hou gewoon niet van “woede die opdroogt tot een korstig sediment” en dergelijke meer. Anderen zullen het oneens zijn met mij en dit soort vertelversierselen opslobberen als was het zoete koek. Dat moeten ze dan maar zelf weten. Toegegeven: ergens over twee derden van het boek begon ik aan die taal te wennen en ging het lezen plots beter.
Andere verteltechnieken, zoals de herhaling van bepaalde zinnen en woorden, weet Conard dan wel met veel aplomb aan te wenden. Maar de grootste kracht van dit boek zijn de reeds vermelde, zeer sterke, associatieve beelden en de striptaal die Conard daarmee uitvond.
Ik wil nog niet teveel verklappen over wat er verder in het boek gebeurt maar wil u wel nog waarschuwen. In de tweede en derde acte vallen chronologie en realiteit ook nog eens door de mand. Als u al zat te blazen na adjectieven als “associatieve”, “impressionistische” en “symbolische” dan zal u zichzelf bij het lezen van dit boek waarschijnlijk een longemfyseem blazen.
Voor diegenen onder u die wel wensen geprikkeld worden en graag nieuwe dingen ervaren geef ik nog enkele andere adjectieven over dit boek mee: “vernieuwend”, “verbluffend” en “(hart)verwarmend”.
Dirk gaat op vakantie
Sébastien Conard
Imprimitiv VZW