Recensie: Aya uit Yopougon nr. 6

Zwarte humor

Afrika kan me maar matig interesseren. Ik versta de Chrissen Dusauchoit die lyrisch vertellen over het zwarte continent niet helemaal. Begrijp me niet verkeerd, ik heb er niets op tegen dat mensen zich overgeven aan de droom die Afrika voor hen is, maar na Antartica is Afrika mijn minst favoriete werelddeel. De reeks “Aya uit Yopougon” speelt zich daar grotendeels af en ondanks mijn desinteresse voor de locatie heeft deze reeks me gesmaakt.

Dat is een spijtige zaak want op dit zesde deel staat vermeld dat dit het (voorlopige) laatste deel is. De reeks wordt geschreven door Marguerite Abouet, een Afrikaanse die vlakbij Parijs woont en wordt getekend door haar man Clément Oubrerie. Marguerite woonde zelf tot haar twaalfde in de wijk Yopougon in Abidjan. Ze weet dus waarover ze schrijft.

Toch is dit geen autobiografisch werk. Alle personages en verhalen zijn verzonnen. Enkel de sfeer en manier van leven uit de wijk Yopougon zijn uit het leven gegrepen. Dat is een plus voor lezers die geboeid zijn door Afrika. De strips zitten ook tsjokvol met de gebruiken, gewoontes, beroepen en dergelijke meer van onze Afrikaanse broeders. Maar zoals ik al zei, dat doet het niet voor mij.

Mijn liefde voor deze reeks werd eerder opgewekt door de personages en de verhalen. Abouet presenteert ons een zeer uitgebreide cast van vrienden, geliefden, familie, collega’s en dergelijke meer en verweeft hun levens op kundige wijze met elkaar. Ik zou het bijna een soap noemen moesten die verhalen niet van een niveau zijn dat doorgaans niet met TV-junk wordt geassocieerd.

Die verhalen meanderen van thema naar thema en slagen erin om, zonder al te prekerig over te komen, aan een aantal “grote” thema’s te raken: migratie, homoseksualiteit in Afrika, leerkrachten die hun handen niet kunnen thuishouden, enzovoort. Nooit vergeet Abouet echter wat een goede vertelling maakt: spanning, humor en geloofwaardigheid.

De humor zit hem vooral in de onhandigheid van de mannen. Het is overduidelijk dat de vrouwen eigenlijk de broek dragen in Abouets, en misschien wel ook het echte, Afrika. De meeste mannen denken dat ze het heertje zijn maar in feite blijken ze knullige kerels die nooit echt volwassen geworden zijn. Vrouwelijke lezers zullen zich deze strips zonder twijfel laten smaken. Macho’s zonder relativeringszin gelieve zich te onthouden.

Wat eveneens bijdraagt tot de humor zijn de talloze Afrikaanse spreekwoorden die in de dialogen verwerkt zitten. Zeg nu zelf, een gezegde als: “De adem van een grijsaard stinkt, maar zijn woorden niet”, dat is toch om vingers en duimen bij af te likken? En zo staan er wel meer in deze strip.

Oubrerie hanteert een krasserige tekenstijl met zeer veel fijne lijntjes die vreemd genoeg toch weids en open aandoet. De inkleuring heeft daar veel mee te maken. Die gebruikt een kleurrijk palet dat sfeer en levendigheid evoceert.

De oplettende lezer heeft op dit punt door dat deze recensie eigenlijk niet over het zesde deel van deze reeks gaat maar over de serie zelf. Wie de reeks kent heeft waarschijnlijk alle delen al in huis en hoeft van dit zesde deel niet meer overtuigd te worden. Maar u daar, diegene die de reeks niet kent, laat u overtuigen en geef het eerste deel een kans. Meer nog, als u zichzelf al dat heen en weer geloop naar de stripboer wil besparen, koop meteen alle delen. Zelfs als Afrika u koud laat zullen de personages uw hart verwarmen.

Aya uit Yopougon nr. 6

Tekst: Marguerite Abouet

Tekeningen: Clément Oubrerie

Kleur: Clément Oubrerie & Philippe Bruno

Uitgeverij L

Advertentie
Dit bericht werd geplaatst in Recensies, Stripelmagazine en getagged met , , , , , , , , , . Maak dit favoriet permalink.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s