“Commissaris Moordenaar” werd lang geleden in hoofdstukken voorgepubliceerd in Plots Stripmagazine. Ik was één van de hoofdredacteurs van Plots. Dat ik deze strip goed vind kan u daaruit al afleiden. Nu werd hij echter door de makers, Matthias Cruyssaert en Peter Brutin, in eigen beheer uitgegeven. Door de stopzetting van Plots Stripmagazine heb ik nooit het einde van de strip onder ogen gekregen dus dit was een welkome verassing. Spijtig dat er ook een paar mindere zaken te vermelden zijn.
Die mindere zaken liggen echter in het geheel niet aan de strip zelf. “Commissaris Moordenaar” is een strip met weinig pretenties. Een strip die wil entertainen en aan het lachen wil maken en die daar op beide vlakken in slaagt.
De plot zit intelligent in elkaar, in die zin dat er heel wat mysterie te rapen valt: vreemde moorden en een samenzwering die zich verspreid van België naar het verleden van het hoofdpersonage en tot in het Britse koningshuis. Commissaris moordenaar krijgt de opdracht een vreemde zaak uit te spitten en wordt daarin bijgestaan door een Italiaanse maffioso die nog steeds vastzit in het betonblok waarin de concurrentie hem wou verzuipen, enkele mannetjes met het syndroom van la Tourette en een voltallige klas van een geheime inbrekersschool.
Het verhaal vliegt alle kanten op. Bij het lezen van de eerste helft van het boek heb je nog de gedachte dat er vrij veel toevalligheden gebruikt worden om het verhaal aaneen te rijgen maar later komt toch een onderbouwde ontknoping die op de koop toe die “toevalligheden” nog eens zwaar in de zeik zet. Lollig.
Daarmee balanceert de strip ook op een zeer dunne lijn tussen serieus en humoristisch. Telkens als de makers te ernstig dreigen te worden snokken ze het stuur richting humor en omgekeerd. De kunst bestaat erin om zo niet van de baan te rijden en gelukkig gebeurt dat niet.
Die humor varieert van Urbanusesque “vuile woordjes” grappen, over slapstick, naar het parodiëren van bekende strips en dat swingt als de neten. Eén van de redenen daarvan is dat dit een typische Belgische strip is, in die zin dat er een interne logica wordt opgebouwd waar je als lezer in moet volgen. Als Jommeke of Adhemar een raket bouwen vraag je jezelf ook niet af of dat wel realistisch is.
De tekeningen zijn prachtig om te zien en dubbel speciaal als je weet dat Brutin en Cruyssaert echt alles samen gedaan hebben: schrijven en tekenen. Beiden hebben een uitgesproken stijl die echter wonderwel op elkaar ingespeeld is. Zelfs als ze beiden op dezelfde pagina tekenen, komt die over als één geheel.
Om dat effect te bekomen hebben ze een slimme truc gebruikt. De karikaturale stijl van Cruyssaert dient om de “echte” wereld weer te geven en de iets meer dromerige stijl van Brutin dient voor de scènes in het onderbewustzijn van de commissaris.
De tekenigen hebben de air van niet afgewerkt te zijn en hier en daar kan men een oneffenheid of een vlek waarnemen. Het is echter overduidelijk dat dit de bedoeling is en moet bijdragen aan de sfeer.
Zoals u kunt lezen valt de strip niet onder één noemer te plaatsen. Het is geen pure komedie, ook geen pure avonturenstrip of thriller. Voor mij is dat geen erg maar in het commerciële klimaat van vandaag lopen vele mensen rond die graag zaken klasseren. Ook stripuitgevers bezondigen zich daaraan. En als ze daar niet voor willen uitkomen, dan steken ze het op hun publiek: “Ik vind het prachtig maar dit valt niet te marketten naar onze doelgroep toe.”
En daar stuitten we al meteen op de vermoedelijke reden waarom dit boek in eigen beheer moest worden uitgegeven. En daarbij arriveren we ook bij de minpunten van dit boek. Deze pagina’s verdienen een groot formaat maar worden zeer klein afgedrukt en dan nog op een vierkant formaat, hoewel de pagina’s zelf de dimensies van een normale uitgave hebben. De auteurs lossen dit euvel op door in de aan de zijkanten ontstane witte balken schetsen van de personages te zetten en hoewel deze strategische zet helpt om de absurditeit van het formaat te vergeten blijft het evenwel een feit dat de details in de tekeningen naar een grotere uitgave snakken.
Ook met de kleuren is iets misgelopen. Die zijn hier en daar te donker. Het boek is uitgegeven via een print on demand website en die doen nu eenmaal niet aan drukproeven. En ten derde is daar de kostprijs. Die is steil: 25 euro voor een softcover.
Toch wil ik u dat geld uit de zakken kloppen. Deze drie minpunten zijn immers het gevolg van het feit dat de auteurs hun toevlucht moesten zoeken in het zelf publiceren. Zelf publiceren wil meestal zeggen: de productiekosten zo laag mogelijk houden en daarmede ook de oplage. Zelf uitgeven staat ook meestal voor: er zelf niets aan overhouden.
Misschien dat er, als dit boek het goed doet en het enkele goede besprekingen krijgt, een uitgever plotsklaps toch een mogelijkheid ziet om het volgende werk van Brutin en Cruyssaert te marketten naar zijn doelgroep toe en dan kunnen wij dat werk lezen in een kwalitatieve uitgave.
En kunnen we ook stoeffen met deze “Commissaris Moordenaar” in onze collectie.
“Ik had dit boek al toen ze nog maar 150 exemplaren verkochten en nog niet beroemd waren.”
Commissaris Moordenaar
Peter Brutin & Matthias Cruyssaert
Eigen beheer
Bestellen via: matthias.cruyssaert@hotmail.com of Peter.Brutin@telenet.be
Pingback: Recensie – Commissaris Moordenaar, Norah Limoen, A Shadowgraphic History | Peter Moerenhout