Over het volgende kortverhaal valt niet zoveel te vertellen buiten dat de krantenartikels echt zijn, delen van de plot ook gebaseerd zijn op de actualiteit en dat het voorgepubliceerd werd in Zone 5300 nr. 82 in de Zomer van 2008 en gelardeerd werd met prachtige tekeningen van Erosie.
Lemmini
De Sterkste vierjarige ter wereld
TBLISI – Dzhambulat Khotokov toont zijn spierballen. De Russische kleuter is amper vier jaar, maar weegt wel 56 kilo voor 1.18 meter – imposante cijfers waarmee hij het Guinnes Book of Records haalde. Het kind heeft dus “potentieel”, zodat zijn begeleiders op het idee kwamen om hem te laten worstelen tegen de dikste vijfjarige ter wereld. Dzhambulat wil het opnemen tegen Georgy Bibilauri (51 kilo voor 1.20 meter), een kleine worstelkampioen uit Georgië.
De televisie leert ons dat dikke, rosse mensen met een horrelvoet niet snel aan een partner raken. Gelukkig ben ik bruin van haar en recht van voet. Vet daarentegen…
Laten we zeggen dat ik blij ben dat de stad haar vuilschrapers voorziet van die handige grijparmpjes om vuilnis mee te rapen want diep bukken zit er niet echt meer in. Niet dat het college der schepenen bezorgd is over het werkcomfort van de corpulenten; het gaat eerder om miljoenenclaims voor kromme ruggen, of glasscherven in de hand, of “emotionele trauma’s” veroorzaakt door het gescheld van kinderen. Het Amerika is bijna hier. Hopelijk brengt het lekkers, want ik ben zoet.
De collega’s pesten me niet. (voor zover ik ze zie) Ze hadden kunnen gaan voor “Dikke” of “vette” Hendrik in plaats van het meer eufemistische “Straffe” Hendrik, en die titel dan laten volgen door gegrinnik ervan uitgaande dat ik niet begrijp wat ze bedoelen. Waarschijnlijk zijn ze ook blij dat de bijnaam verwijst naar bier. Bier is goed. Bier is God.
En hoe ervaar ik dat alles? Hoe voel ik me? Wat zou ik moeten doen volgens mijn teken in de dierenriem? De betekenis van mijn naam? De lijnen in mijn hand?
Ik voel bitter weinig. Noch ervaar ik veel. Ik wou dat ik mijn bed juist kon plaatsen in correlatie met mijn nachtkastje om me daarna doorwrocht te voelen van existentieel geluk. Of de juiste wagen kon kopen om me dat ene procentje zelfzekerder te voelen. Of toch minstens de juiste boter. Om vol te zijn van mezelf. Zodat ik niets meer moet vullen.
En toch: bitter weinig. Weinig genoeg om straatveger te blijven. En dat met mijn capaciteiten! Met mijn verstand! 32, ongehuwd en straatveger! En nog bij zijn moeder wonen…
Arbeider dood in strijkmachine
DENDERMONDE – Paul Trienpont, een 23-jarige arbeider uit Sint – Gillis – Dendermonde, is gisterenochtend omgekomen bij een arbeidsongeval. Hij kwam tijdens het werk in een industriële strijkmachine voor hemden terecht. Hij overleed vrijwel onmiddellijk. Het slachtoffer werkte nog maar 2 jaar in de wasserij Sint – Rita in Dendermonde. Zijn collega’s zijn zwaar aangeslagen door het ongeval. Het parket van Dendermonde onderzoekt de feiten, maar sluit kwaad opzet uit. (DMPL)
5u s’ ochtends: ontbijt bij moeder. Ik word berispt want ben acht minuten te laat en krijg nadien een dikke knuffel. Mijn bord staat klaar, overvol.
“Hoe was je dag gisteren?”
“Goed”
“En de jouwe?”
“Goed”
“Veel zieken?”
“De wachtkamer zat vol”
“Veel vuilnis?”
“Moeder toe…”
Waarom doe ik niets met mijn diploma? Ik weet toch wat de mensen zeggen en denken en doorvertellen aan elkaar? En zoekt een goed lief. “Chantal haar dochter, si. Louise haar dochter, la.”
Mijn moeder: een cliché met een doktersdiploma.
Dessert: hoeft niet voor mij maar emotionele chantage vermag veel.
En dan bij de koffie: de complete redevoering over wat vader zou gezegd en zou gedacht en zou gedaan hebben.
En dan nog een knuffel. “Tot vanavond hé jongen”.
Peuter van drie hult zich in mysterieuze stilte
SWINDON – Voor vele jonge ouders zijn de weinige momenten waarop hun luidruchtige kinderen hun snavel houden een ware verademing. Voor de Britse moeder Selina Peck is het de hel. Zij smacht naar de dag dat haar dochtertje Caitlin (3) haar eerste woordjes brabbelt. Drie jaar geleden kwam Caitlin huilend ter wereld. Meer zelfs, de huilpartijen stopten geen moment. Alleen in de armen van haar ouders bleef Caitlin rustig. “Dag en nacht hield ze ons bezig”, zegt moeder Selina, “We hoopten dat het vanzelf voorbij zou gaan.” Soms kon het gehuil echt hartverscheurend zijn. Ze jankte zo hard dat haar beentjes er blauw van werden”. Maar na 14 weken nam Caitlins gehuil plots af. Een week later gaf ze zelfs geen kik meer. Sindsdien leeft ze in haar eigen wereldje. Fysisch is alles in orde met de kleuter maar ze lijkt gewoon te weigeren om te leren praten.
6u ’s ochtends: mijn werkdag gaat van start. Waarom doe ik eigenlijk niets met mijn diploma? Waarom blijf ik ’s ochtends vroeg opstaan om door stille straten te dweilen en andermans afgeworpen huid op te kuisen?
Omdat ik niemand hoef te zien. Ik moet met niemand praten. Ik moet niet horen wat hen bezighoudt, hoeveel er verdiend wordt, wie ze willen neuken en hoe het met de kinderen gaat. En hoe intelligent die wel zijn. Slimmer dan de rest. Alleszins slimmer dan de zanger. “She goes Nananana…”
Dat zal wel.
Vandaag heb ik enkel gekeken. Ik heb de zon zien opkomen. Een man zien vallen. Ik zag oude bejaarden die zich op en af bussen wrongen, iedereen uit de weg duwend, waarschijnlijk om nog geen half uur later over een tasje koffie (met cichorei) te blebberen over hoe weinig respect de jeugd heeft. Ik zag een meisje van hoogstens acht met een gsm. Roepende buschauffeurs, flikken en voorkruipers. Een winkel die “De beste nougat ter wereld” verkoopt. Tal van boeken met de titel: “Blablabla, for dummies”. Een dronken vrouw op een bankje waar niemand naar omkeek. Absurde reclameslogans met de woorden Freedom, Choice en/of Respect erin, allemaal met een hoofdletter. Ik zag een jonge gast die, dankzij zijn iPod, een zwarte vrouw kon negeren die iets vroeg over busregelingen. Ik zag kleren die een maandloon kosten en prijzige apparatuur die voor een belachelijk hoog bedrag je potloden slijpt of je lucht vochtig houdt zonder dat daarvoor een ruit moet worden opengezet. Ik zag flarden van kranten waarin de foto’s van recensenten groter zijn dan de eigenlijke recensie en die van een vermangeld lijk groter dan de feiten. En mensen die hun schouders ophaalden.
Ik heb al dat gezien en niets moeten zeggen. Ik heb enkel opgeraapt wat zij van zich afscheidden, wat van hun geoliede geesten en lichamen afgleed als water van een zieke eend. Hun afval. Wat ze niet nodig hebben. Het overtollige en wat daarvan overschiet. De kaasrandjes en de boekjes waar de bon al is uitgeknipt.
Een CD van Eyehategod zag ik, een afstandsbediening, een hondenriem, een bepist luchtbed, verpakkingen van lightartikels: “met minder verzadigde vetten”, “Goed voor het hart”, “20% minder vetten”. (Soms vraag ik me af wat ze met al de vetten doen die uit die producten worden gezogen. Dan stel ik me een eiland voor van verzadigde vetzuren. En de villa die ik daarop betrek.) Een das, blikjes, peuken, glas en dameshandschoenen. Papier en een kussen van een zetel. Een kapotte boekentas vol koffiefilters. Een doos met daarin een halfvergane taartpunt en een fotoalbum dat ik meeneem naar huis.
Al die dingen, en ik hoef niet te praten.
Gezocht: tolk die taal van Star Trek spreekt
MULTNOMAH – In het district Multnomah, in de Amerikaanse staat Oregon, zijn psychiaters wanhopig op zoek naar een tolk die “Klingon” spreekt. Linguïst Marc Okrand creëerde die complexe en kunstmatige taal in de jaren ’60 speciaal voor de sciencefictionserie star Trek. In Oregon is het verplicht om de psychiatrische patiënten in hun eigen taal informatie te verschaffen. Een aantal onder hen reageert enkel op Klingon. Vandaar de nood aan tolken. De Klingons zijn in die serie boosaardige buitenaardse wezens. Uit onderzoek blijkt dat meer en meer psychiatrische patiënten Klingon als een volwaardige taal beschouwen. Het ministerie van Volksgezondheid is ook nog op zoek naar tolken die Tongaans (taal van het koninkrijk Tonga in Oceanië) en Dari (een Afghaans dialect) spreken. (JST)
Tien uur: koffiepauze. Ik word nerveus en prikkelbaar van koffie. Nog nerveuzer en prikkelbaarder dan van sigaretten.
Elke dag probeer ik een ander café of tearoom of brunchlounge of hoe ze het deze maand ook alweer heten. Dat is, vrees ik, de masochist in mij. De zelfkastijder die niet kiest voor die ene rustige oase waar ik op mijn gemak kan zitten.
“Tearoom-Brasserie Beaufort” it is. Veel volk maar weinig mensen, zoals mijn grootvader placht te zeggen.
Dikke Oude Man: “Ik kan veel verdragen hé, maar…”
Waarom zijn het juist mensen die niets kunnen verdragen die zoiets zeggen?
“Maar die speeltuin naast ons huis moet weg!”
Point. Set. Match.
Meisje van laat ons zeggen 22 jaar oud: “Tom wil het houden, maar ik ben toch wel zelf de baas in mijn lijf zeker?”
Het feminisme: nu met ingebouwd zelfvernietigingsysteem.
Gladgeschoren man in pak met bril: “Dus nu is het oorlog in Irak…”
Gladgeschoren man in gelijkaardig pak zonder bril: “How, how, how! Dat Zeggen de media ja!”
Domheid verheven tot “kritisch” denken.
Uitgedroogd, oud vrouwtje: “Zonder mij had hij die bril nooit gevonden.”
Zelfmystificatie.
Klein kaal mannetje: “… En dan laat ik sleutelhangers maken met een kompas erin: op juiste koers met Ortwin! Ze zullen dan wel op mij stemmen!”
Aanwakkering van de debilisering.
Ortwins publiek heeft er genoeg van en verzamelt jassen en mutsen. De kleine man glibbert naar de kruk naast de mijne en laat er zich met een haast onhoorbare kreun op neerploffen.
Hij bekijkt de door mijn stad geleverde werkkledij en bestelt ongevraagd een pint voor me.
“Straatveger? Dan kom je zeker veel in contact met lastig volk?”
“Nee.”
“Rondhangende jongeren en zo?”
“Nee.”
“Nog nooit last van gehad?”
“Nee”
“Dat komt dan nog wel! Ze beginnen een pest te worden, de Moustafa’s. Als man van de straat weet u dat wel. En ik begrijp de man met de pet! Ik kom voor jullie op! Ortwin Verpoorten, 6de plaats voor de Kamer…”
Ortwin steekt zijn hand uit. Ik schud ze want ik ben nu eenmaal geen klein kind met idealen maar een volwassen man met realistische principes.
“Jaja, een groot probleem. Vooral de Roma. Weet je dat een toneelgezelschap vorige week een benefiet voor ze georganiseerd heeft? Een benefiet begot! En ze mochten dan nog gratis binnen ook, de Roma!”
Ik probeer me steeds in te houden wanneer de wereld mij weer eens lastig valt, maar er komt altijd een punt waarop ik mijn mond niet langer dicht kan houden.
“Is dat niet normaal?” zeg ik dan.
“Normaal? En de simpele Vlaming moet betalen? Hardverdiende centen meneer!”
“Ooit al een benefiet voor kankerpatiëntjes geweten waarop de kankerpatiëntjes entree moesten betalen?”
Ortwin krijgt het moeilijk. Zet mij maar in de Zevende Dag.
“Nee, maar dat zijn kinderen!”
“En die familiedag van uw partij in Bobbejaanland? Wie mocht daar uitsluitend binnen?”
“Mensen met een partijkaart! Maar… “
Ortwin zwijgt en lijkt verslagen. Hij probeert spijtig genoeg nog één maal.
“Ik zie dat je geen dommerik bent. Waarschijnlijk ben je dan wel vatbaar voor wetenschappelijke argumenten. Spitst uw oren maar eens! In een stadspark zitten normaal honderden soorten mieren. Weet je hoeveel soorten er in ons stadspark nog zitten?”
“Nee.”
“Nog 1, de Lasius Neglectus, de plaagmier! Zij hebben alle andere soorten verdrukt en weggejaagd. Uitgemoord meneer! En weet je van waar ze komen?”
“Nee.”
“Turkije!”
The Gospel according to Ortwin Verpoorten. Ik kijk hem verbaasd aan. Hij neemt een triomfantelijke slok van de pint die hij zonet voor mij betaald heeft. Ik geef nog niet op.
“Wat heeft de herkomst van die mieren te maken met een immigratieprobleem? Dat is de kromste redenering die ik ooit gehoord heb! Het heeft zelfs meer te maken met het broeikaseffect! En ik zou denken dat dat een thema is van partijen die u niet echt liggen. Je verwacht toch niet dat je me met zoiets overtuigt?”
“Jou misschien niet… ”
Ortwin glimlacht zoals Pacino wanneer hij de duivel of een maffioso uitbeeldt. Of doet daar toch een poging toe. Ik betaal, sta recht en ga naar buiten.
Ik ben zo enorm moe.
Doodstraf voor ezels
Douaniers aan de grens van Marokko met Algerije hebben de afgelopen weken meer dan tweehonderd ezels geëxecuteerd. De beschuldiging luidt: smokkelarij. De ezels liepen alleen de grens over. Ze waren voorzien van een cassetterecorder met een bandje dat de hele rit Err snauwde, het Arabisch voor vort, zodat de ezels niet bleven plakken. Bewoners langs beide kanten van de grens hebben het neerschieten van de ezels al als crimineel bestempeld.
Twaalf uur: De start van de exodus. Ik begin mijn tocht naar het depot om er mijn trouwe afvalkar te stallen en me niet te douchen. De bedrijven lopen leeg en de maagsappen die ze uitbraken spoelen over me heen in de vorm van managers, koffiejuffrouwen, executives, kopieer- en loopjongens, juniour accounts, sales-people, potloodventers, spindoctors, yuppies, hippies, studenten, ornithologen, pederasten, knikkeraars, pendelaars, cosmeticaverzamelaars, zwarten, afro-amerikanen, andersbegaafden, mongolen, mensen met een hendikep, andersvaliden, validen, negers, visueel beperkten, hansworsten, vaandeldragers, barricadespringers, zeepkisttoeristen, slippendragers, predikanten, dienstmaagden, pages, oorspronkelijke bewoners, autochtonen, allochtonen, immigranten, excrementen, vaarzen, onverschrokkenen, mantelpakjes, viswijven, bedeesden, gezelschapsdames en bakvissen.
Ik probeer me zoals steeds een weg te banen door getoeter en gekwetter, hier en daar een mep uitdelend met mijn bezem om vrij baan te maken voor mijn kar.
Vijf minuten later is het voorbij. De bedrijfstorens zijn leeg, de brasserie-tearooms zijn vol. Over 50 minuten: de ommekeer.
Zwaarste sumoworstelaar ooit huwt fragiel bruidje
TOKIO – Konishiki, beter bekend als de zwaarste sumoworstelaar uit de geschiedenis, heeft gisteren zijn bruidje voorgesteld aan de pers. De veertiger, tijdens zijn gloriedagen een massa van meer dan 280 kilo, heeft zijn hart verloren aan een fragiel verpleegstertje van 28 jaar. De vrouw lijkt er alvast niets mee in te zitten dat het zitvlak van haar liefde ruim twee stoelen vereist. Hoe schoon de liefde wel kan zijn.
Als de kar afgeleverd is loop ik naar het park waar maar één miersoort meer leeft. Het ziet er even mooi uit als gisteren en eergisteren en de dagen ervoor.
Ik zet me op mijn bankje, haal mijn met moederliefde belegde boterhammen boven en begin het wachten.
Ik zou durven zeggen dat de lucht vol is van spanning en verwachting en elektriciteit. Zelfs na drie maand nog. Ze lijkt later te zijn dan anders, maar dat lijkt ze elke dag.
Oeverloze clichés hebben steeds mijn goedkeuring weggedragen maar ik had nooit gedacht dat ik ooit nog in één verstrikt zou raken. De typische misantroop, de doorsnee gekwetste (en daardoor oh zo cynische) ziel, hij die zich afkeerde van de wereld om nooit meer terug te keren, wordt verliefd. Op het eerste gezicht, als bij donder-, pauken-, en klokslag nu.
Niet op een dartele freule of een jonge hinde. Op een vrouw. Ze lijkt ouder te zijn dan mij en straalt meer rust uit. Ze draagt goedkope, merkloze, maar wel esthetisch verantwoorde en vooral aparte kleren. Ze draagt één enkele lijn, onder haar ogen. Haar haar is banaal, lang en meestal in een staart. Ook eet ze simpel bruin brood. Met kaas. In een park. Alleen.
Alleen met mij. Het enige wat er voorvalt, is een glimlach en een knik bij het aankomen en het vertrekken. Alleen voor mij.
Indiër beweert al 68 jaar niet meer te eten
AHMEDABAD – Een 76-jarige Indiër beweert dat hij de laatste 68 jaar niets heeft gegeten of gedronken en zich in die tijd ook nooit heeft ontlast. Prahlad Jani is hindoe en zegt dat hij op zijn achtste door de goden gezegend werd met deze opmerkelijke gave. Dokters die probeerden Jani te ontmaskeren, konden hem tot hun verbijstering nergens op betrappen. Jani werd tien dagen lang onder het waakzame oog van een camera geplaatst, maar al die tijd zagen de artsen hem niets eten of drinken. Ook het toilet zocht de man in die periode niet op. “Hij toonde tekenen van urinevorming die terug werden geabsorbeerd door de wand van zijn blaas”, verklaarde neuroloog Sudhir Shah. “De medische raad heeft hiervoor geen enkele wetenschappelijke verklaring”.
Een glimlach voor de vetberg. Ik blijf me afvragen waarom. Heeft ze één van die grote harten die in de populaire muziek zo lyrisch worden bezongen? Heeft ze medelijden met die dikke man, alleen op zijn bankje? Of is het een oprechte glimlach, zonder neerbuigende compassie, van mens tot mens? Dat het er één zou zijn uit verliefdheid of aantrekkingskracht, zoals de mijne, heb ik nog nooit durven denken.
Ik had niet verwacht dat ik ooit spijt zou krijgen van mijn beslissing om niets meer aan me voorbij te laten gaan op gastronomisch vlak. Waarom op uiterlijk en gezondheid letten in een carrousel waarin je niet wilt draaien? Fuck schoonheidsidealen en cholesterolloze diëten! Neen, ik hoef geen partner meer! Ze zijn allemaal hetzelfde! Loze kreten. Idealistisch geëmmer. En, geef ik nu voor het eerst toe: gemakzucht.
Misschien was de beslissing een wraakactie tegenover moeder, Mevrouw den doktoor. Haar leven geofferd op het altaar van Hippocrates. Tuurlijk vond zij dat niet “OK”. Zij met haar statistieken en bevindingen en wetenschappelijke magazines. Toen ik haar op de hoogte bracht van mijn bewuste keuze voelde het alsof ik haar een vers gezette tatoeage toonde. Het ging zelfs arm in arm met dezelfde loze kreten: “Je raakt nooit aan een goede job!” “Wat gaan de mensen zeggen?” en die goede oude klassieker: “Je zal het je nog beklagen!” Zo zien we maar weer dat clichés de waarheid in pacht hebben. Hopelijk geldt dat ook voor: “Op elk potje past een dekseltje” en “De tijd heelt alle wonden”.
En nu zou ik dus terug willen naar magerte en slankheid. Een reflex om te zeggen. Maar wie zegt eigenlijk dat ze dat belangrijk vindt? Wie zegt dat ze zich hecht aan uiterlijk? Dat doet er niet toe. Zelfs al vindt ze wat kwabben geen storende factor: ik wil mager zijn voor haar. Mooi zijn voor haar.
Shit.
Ik lijk wel een puber.
Het voelt goed.
Zwaarlijvige man komt vast te zitten in grot
Een zwaarlijvige man heeft op 1 januari bijna 12 uur vastgezeten in een grot in Zuid-Afrika. Ook 23 bezoekers die in de grot waren, konden daardoor geen kant meer op. De man kwam kort na de middag klem te zitten in een doorgang die de “tunnel van de liefde” heet. Pas rond 23.30 uur kon hij met behulp van paraffine en een katrol worden bevrijd. “De man kreeg een verwittiging aan het loket en van de gids dat hij tijdens de tocht problemen zou krijgen, maar hij wilde het toch doen”, zei Hein Gerstner, directeur van de grot. Reddingswerkers en een privé-ziekenwagen werden opgetrommeld om te helpen bij de reddingsactie.
En daar is ze dan. Ik zweet, niet het zweet van een dikkerd die inspanningen levert ver boven zijn fysieke kunnen. Neen, koud zweet.
Ze passeert me en glimlacht. De verkeersgeluiden vallen weg. Ik hoor en zie niets meer buiten haar. Ik hul me in de isolerende deken van haar aanwezigheid.
Ze eet rustig, kijkt af en toe in mijn richting. Ik bezie vooral de verre straatkant, waar werklieden bijna even dik als mij een piano naar de tweede verdieping van een huis proberen te hijsen.
De tijd vliegt te snel om met mijn korte beentjes te volgen. Haar boterhammen zijn op en ze geniet nog even van herfstzon op lentegezicht. Ze heeft kraaienpootjes.
Ze staat op en loopt me langzaam voorbij. Ik staar naar een vlek op mijn werkbroek tot ze voorbij is en bewonder nadien haar achterkant. En dan draait ze zich om.
Ze lacht zoals meisjes op posters lachen en ze zegt: “Tot morgen”.
Even lijkt het of al die vreetbuien hun tol eisen en mijn hart eindelijk de wapens neerlegt. “Ja” stamel ik en ze vervolgt haar weg.
Ik staar haar na en voor het eerst in 10 jaar voel ik me licht genoeg om te zweven. Ze steekt de straat over. De verhuismannen hebben haar al in de gaten en ik gun hen hun gefluit.
En dan breekt de kabel die de piano draagt.
Vrouw verdrinkt in gootsteen
WOLFSBERG – De conciërge van een groot appartementsblok was verrast toen hij de benen van een lijk uit het raam van één van de appartementen op de benedenverdieping zag steken. De politie forceerde de deur van de woning en vond het lichaam van een vrouw met haar hoofd in de gootsteen. De gootsteen was gevuld met heet water. Het bleek dat de vrouw besloten had om door het keukenraam naar binnen te gaan omdat ze haar sleutel niet bij zich had. Het raam had scharnieren aan de onderkant en draaide juist genoeg naar buiten zodat ze net genoeg ruimte had om haar hoofd en bovenlichaam door de opening te persen. Toen ze zich met haar hoofd ter hoogte van de gootsteen bevond raakte ze echter klem. Terwijl ze spartelde om vrij te komen moet ze per ongeluk de warmwaterkraan open gezet hebben. De politie is er niet zeker van waarom de vrouw de kraan niet afgezet heeft of de stop niet heeft uitgetrokken. Kwaad opzet is volgens het parket uitgesloten.
Ik sta op en begin te wandelen. Langs bomen die hun gebladerte verliezen en stukken hout waar bloed onderdoorsijpelt. Ik hoor gevloek, gekrijs en gekraak. Dan laat ik de te drukke straat achter me. Ik ga naar huis. Ik ga naar huis en denk aan niets. Zeker niet aan haar.
Thuis aangekomen vind ik moeder aan tafel. Ik leg haar alles uit. Ze wil niet maar ik doe het haar verstaan. Na een tijdje knikt ze enkel. Ze gaat naar beneden, haar dokterstas halen.
Ze vult de spuit langzaam. Ik denk dat ze tijd wil rekken. Totdat ik de blik op haar gezicht zie. De blik zegt dat ze komaf maakt met iets waar ze al langer korte metten mee had moeten maken. Ze stelt orde op zaken. Ik voel bijna geen prik en dan warme golven. Door de waas zie ik haar de naald in haar eigen arm zetten. Dat was de afspraak niet.
En dan voel ik het vlees van mijn botten vallen. Alle spieren en vet. Het voelt als de Hemelvaart. Het volgende dat ik achterlaat zijn mijn organen. Mijn armen en benen hangen naar beneden, alsof de zwaartekracht ze nog niet wil loslaten.
Mijn botten zweven boven ons huis, tot ik ook die achterlaat. Plots zie ik alles. De honderden soorten krioelende mieren.
Op dat moment heb het eindelijk door: ik ben één van hen.
En ik krioel nog een laatste keer.